“Van wie heeft u dit alles geleerd meneer Pinas?” vraagt Lindo terwijl hij over de schouder kijkt van Sawinie Pinas. Na de workshop zit Pinas een beetje te freestylen met het maken van tembe-patronen. Hij heeft maandag aan ruim twintig kinderen een workshop verzorgd op het directoraat Cultuur in het kader van de Dag der marrons.
Pinas is in district Marowijne geboren, maar woont al 33 jaar in Frans-Guyana, waar hij lessen geeft over tembe: het ontstaan, de geschiedenis en de betekenis van de vele tekens. Hij legt uit dat er in totaal driehonderd verschillende tekens zijn. “Alleen als je die beheerst, kan je iets maken met een duidelijke betekenis. Als je kan lezen en schrijven dan kan je een boek schrijven dat ik kan begrijpen. Zo is dat ook met tembe. Je kan een verhaal ermee vertellen.”
Deze kennis heeft hij van zijn Saamaka-grootvader en andere bigisma geleerd. Pinas vertelt dat de tembe taal werd gebruikt tijdens de slavernijperiode. Als de tot slaaf gemaakten de kans vonden om te vluchten, lieten zij tekens achter op de bomen voor de andere vluchtelingen zodat de soldaten hen niet konden vinden. Tekens die onder meer aangaven ‘er is gevaar hier’ of ‘de weg is open’. Nadat de dorpen werden gesticht, werden de tekens gebruikt om de huizen te verfraaien.
De geschiedenis en kracht van tembe noemt Pinas “een hogeschool” die veel variabelen omvat om die te kunnen lezen en begrijpen. Volgens Kurt Nahar, hoofd van de afdeling Cultuur en Creatieve Vorming (CCV), is het directoraat Cultuur zeer ingenomen met het initiatief van Pinas en de stichting Marron Vrouwennetwerk. “Het directoraat kon zich vinden in de doelstellingen van deze workshop, namelijk overdracht van kennis wat moet leiden tot het behouden van culturele expressies.”
Uit: De Ware Tijd Online van 10 oktober 2022. Tekst en beeld Tascha Aveloo.